Oosthelling 8
8400 Oostende
14 dec - 02 feb 2025
Paul Poelmans leidt sinds 2014 een ‘nomadische galerie’. Daarmee is hij niet alleen een buitenbeentje, zijn zwervende galerie lijkt me zelfs gewoonweg een unicum in België en daarbuiten. Paul weet wat het is om vaak ‘on the road’ te zijn. Hij heeft immers zijn sporen verdiend als toetsenist bij onder anderen Kris De Bruyne, Clouseau en Soulsister, en heeft
net een tournee met de Laatste Show Band achter de rug.
Dat ‘on the road’-principe heeft hij de voorbije tien jaar succesvol toegepast in de hedendaagse kunst: met zijn galerie CAPS – Contemporary Art Projects – streek hij neer in onder meer Leuven, Oostende, Antwerpen en Brussel.
Nu zet Paul er een punt achter met de overzichtstentoonstelling ‘Coda’, ook weer niet toevallig een knipoog naar de muziek. Coda is het ‘staartstuk’ van een compositie, onmiddellijk na de climax. ‘Voor mij was het James Ensor-project het orgelpunt’, zegt Paul. ‘Dat is moeilijk te overtreffen. Maar ik wil toch nog één keer “knallen”.’
Het begon allemaal in 2010 in Leuven, waar Paul instond voor de artistieke programmatie van Cypres Galerie in de Vaartstraat. In de ontvangstruimte van het communicatiebureau van
Pieter Vereertbrugghen kon Paul vier jaar lang experimenteren en de stiel leren. Het was zijn laboratorium. Op zijn eerste groepstentoonstelling toonde hij werk van o.a. Guillaume Bijl,
Guy Van Bossche en het toen nog onbekende talent Rinus Van de Velde.
Toen Cypres Galerie ophield te bestaan, wilde Paul de opgedane kennis niet verloren laten gaan, maar hij had helemaal geen zin in een vaste stek. ‘Het hele jaar door op één plek? Dat is niets voor mij’, aldus Paul. ‘Rondtrekken ligt veel meer in mijn aard als muzikant.’
Hij besloot dan ook om ‘on the road’ te gaan met zijn beeldende kunstplatform dat hij CAPS noemde en waarmee hij aandacht wilde besteden aan Belgisch ontluikend talent, mid-career artists en éminences grises.
In Antwerpen ontdekte hij de pasklare Ruimte 34 in de Cobdenstraat, waar hij vanaf 2014 een tiental tentoonstellingen zou opzetten. Contacten met Francesco Rossi brachten hem in de Rivoli Building aan de Waterloosesteenweg in Brussel, waar hij – tot de geamuseerde verbazing van de andere galeristen – telkens weer een andere ruimte van het immense gebouw betrok. In totaal een achttal keer.
In Antwerpen zat Paul Poelmans toentertijd met Ruimte 34 in een boeiend artistiek microklimaat: letterlijk om de hoek – in de Lange Leemstraat en de Zurenborgstraat – waren er LLS 387, de galerie van goede kennissen Guillaume Bijl en Ulrike Lindmayer, het toenmalige ‘Deviations’, de huiskamergalerie van Eva Steynen, en de woning van Sofie Van de Velde, waar zij haar vroegste tentoonstellingen opzette. Daaruit zijn vriendschappen voortgevloeid.
Paul besliste om telkens weer deel te nemen aan het Antwerp Art Weekend en streek daarvoor neer in de Kloosterstraat (het voormalige pand van De Erotische Verbeelding), de Pourbusstraat, de Gijzelaarsstraat en de Sint-Michielskaai. Maar zijn actieradius was groot: hij nam het curatorschap op zich van het Prison Art Project, een tentoonstelling met kunst van gedetineerden in Leuven, stelde tentoon in Mechelen, Aarschot, Maasmechelen en Hasselt, en nam deel aan Art Gent/B.ART, Art On Paper, Brussels Gallery Weekend, Art The Hague en Luxemburg Art Week.
De voorbije zeven jaar had Paul dan een min of meer vaste stek in Oostende. Eerst had hij – spreekwoordelijk – zijn teen in het koude Noordzeewater gestoken om te voelen wat de artistieke temperatuur in de Koningin der Badsteden was. Dat deed hij – gewiekst – twee jaar lang tijdens het populaire Theater Aan Zee festival TAZ. Toch besloot hij om vanaf 2017 niet meer in augustus maar integendeel tijdens de winter zijn tenten op te slaan naast het Oostendse Kursaal, een vrije galerieruimte op de Oosthelling. Collega’s zeiden hem dat het gekkenwerk was om uitgerekend in het laagseizoen – van oktober tot maart – tentoonstellingen in Oostende op te zetten. Paul dacht daar anders over: hij was ervan overtuigd dat hij een ander en cultureel geïnteresseerd publiek over de vloer zou krijgen. En hij kreeg gelijk: zeven jaar lang zou hij in Oostende overwinteren.
Als hij nu de balans opmaakt van zijn ‘nomadisch bestaan’ geeft hij toe dat het op die manier moeilijk is een publiek aan zijn galerie te binden. ‘Maar het voordeel is dan weer dat je door de verschillende locaties een divers publiek kan bereiken.’ Is het ook logistiek moeilijk, vroeg ik hem? ‘Ik ben als rondtrekkend muzikant wel wat gewoon’, lachte hij.
Paul Poelmans heb ik leren kennen toen hij mij in 2017 vroeg of ik een tekst wilde schrijven over Koen Fillet, die toen net zijn eerste bescheiden stappen als schilder zette. Koen was zeer terughoudend want wilde als schilder beoordeeld worden, niet als bekende radiofiguur.
Het resultaat ‘The Trail’ was een mooie tentoonstelling en een prachtig uitgegeven boek,
met een zogeheten Chinese wikkel. Niets minder dan een verzamelobject.
Zo zijn Paul en ik elkaar blijven zien, soms met lange tussenpozen. Tot Paul mij in augustus 2023 contacteerde met de vraag of ik samen met hem iets rond James Ensor en hedendaagse Belgische kunst wilde doen: een project voor het jubileumjaar Ensor 2024 in Oostende.
Daaruit is ‘Ensor En Sortie’ ontstaan: een tentoonstelling waarin we 18 Belgische kunstenaars in dialoog lieten gaan met de oude meester uit Oostende. We hebben beiden heel veel plezier en voldoening aan dit project beleefd. Het was bovendien een succes: tussen 13 januari en 25 februari kregen we meer dan 1.800 bezoekers over deze vloer in Oostende.
Paul had vervolgens het lumineuze idee om de tentoonstelling te hernemen tijdens het Antwerp Art Weekend. We konden beschikken over een verdieping in een prachtig belle epoque pand uit 1877 op de Frankrijklei, betrokken er vier extra kunstenaars bij en haalden in dat éne weekend in mei meer dan achthonderd bezoekers. Uitgeverij Pelckmans maakte er een fraai catalogusje bij, met een werk van Guillaume Bijl op de felrode cover.
Paul beschouwt dat Ensor-project als een moeilijk te overtreffen hoogtepunt: ‘De kroon op het werk van tien jaar CAPS. Het is goed geweest. Maar “never say never”. Als er nog eens iets moois op mijn pad komt…’
‘Coda’ is de titel van de afrondende tentoonstelling in Oostende: een terugblik op tien jaar CAPS. Voor ‘Coda’ heeft Paul 25 kunstenaars geselecteerd met wie hij een solo- of duotentoonstelling heeft gemaakt. ‘Dat zijn de kunstenaars met wie ik een intens contact heb. Ik heb telkens één werk gekozen – klein tot medium. Ze moeten goed tot hun recht komen in de bescheiden ruimte van de galerie in Oostende. Het moet een mooi slotakkoord worden.’
Eric Rinckhout
Oosthelling 8
8400 Oostende