Stefan Serneels (°1968, woont en werkt te Aarschot) kadreert een met mysteries overladen mentale binnenwereld, met schimmige silhouetten, kantelende perspectieven en herkenbare of quasi abstracte huiselijke voorwerpen in een grafische recompositie van ruimtelijke omgevingen. Daarin kunnen unieke herinneringen aan ‘de woonkamer’ – tot aan het behangpapier toe – en filmstills samensmelten en springen van het reële naar het dromerige, van het echte en veilige naar de fantasievolle horror, van de kamerplant tot de misfit.
In het werk van Stefan Serneels gaat het in feite om verbrijzelingen van gebeurtenissen, om fragmenten van feiten, niet als fragment geboren, maar dat wel mettertijd geworden onder de hand van de kunstenaar. Aan dit werk gaat immers een wereld vooraf.
Zo leveren filmsequenties, stills, foto’s en strips hem vaak de basisideeën, die hij in zuivere potloodtekeningen, gemengde Indische-inkt- tekeningen of sinds kort in acrylwerken met een afstandelijk groen of blauw coloriet, uitwerkt, uitzuivert, naar zijn wil plooit.
Ze komen al uit een fictieve wereld, die beelden, evenwel op de echte geënt,
en nu maakt Serneels ze nog eens deelgenoot van zijn artistieke gedachtegoed.
Het bevreemdende, het aan de droom, het aan het ongerijmde grenzende is dus door die keuze al latent aanwezig , maar wordt bewust geactiveerd, geconcipieerd, doordat hij in zijn tekeningen gaat knippen, ze gaat verknippen en daarna collageren tot grote of kleine werken op papier, metaal of hout, waarin hij in beperkende ruimtes personen brengt die onverklaarbare, nutteloze(?) handelingen verrichten.
Ze refereren ongetwijfeld aan een psychoanalytische (sub-)wereld in een niet eenvoudig te ontmaskeren beeldtaal. Is het een zoektocht naar en een poging tot vrijmaking, tot ontmaskering van wat vreemd is in hemzelf, in de buitenwereld, of schept hijzelf die vervreemdende wereld? Draagt hij daar zelf de verantwoordelijkheid voor?
Of is het de angst voor het vertrouwde, dat volgens Sigmund Freud soms best verborgen blijft en dat dus te lijf wordt gegaan met vervreemding en fragmentatie?
(uit “Masereel/Serneels” van Adriaan Gonnissen en
“Stefan Serneels: The Everyday Supernatural” van Fernand Haerden)